Spelletjes met kaarten #1

Het kaartspel is - op het warm water en de automatische potloodslijpmachine na - de beste uitvinding allertijden, en wel hierom: er zijn tien kaarten met een getalswaarde, en niet geheel toevallig heeft de gemiddelde mens ook tien vingers én werken we dus (bijgevolg) met een tientallig talstelsel. Reden genoeg dus om het te introduceren in - jawel - de rekenles. Wie daar níet van overtuigd is laat ik dan ook graag kennismaken met volgende spelletjes, uitermate geschikt voor die klassen waar het getal 10 nog heel belangrijk is...

• Bataille (normaal)
  Haal de kaarten van 1 t/m 10 uit het spel en verdeel ze onder de spelers. Per ronde gooit iedereen de bovenste kaart van zijn of haar stapeltje in het midden. Wie de hoogste kaart gooit wint alle kaarten.
  Eenvoudig? Ja.
  Nuttig? Zeker!
  Kinderen in het eerste leerjaar oefenen zo de volgorde en waarde van de getallen tot 10 in, en als dat al spelend kan... :)
   
• Bataille (twee kaarten)
  Iets moeilijker wordt het wanneer twee kaarten per beurt omgedraaid worden. Of die kaarten nu opgeteld moeten worden (het hoogste aantal wint) of van elkaar afgetrokken moeten worden (het laagste aantal wint), kinderen zullen op deze manier een hoop oefeningen maken - zónder morren.
   
• Bataille (drie kaarten)
  ... (daar had je waarschijnlijk zelf ook wel aan gedacht. Vergeet niet dat je voor deze versie best twee boeken samenvoegt!)
   
• Bataille (twee kaarten, versie 2)
  Wanneer alle tafels gekend zijn worden plus en min even opzijgeschoven en worden de twee kaarten vermenigvuldigd! Plezier gegarandeerd (hopen we :) ...)